1. Welke bodem?
Varens groeien bij voorkeur in een dikke laag humus die voldoende
micro-organismen en bodemschimmels bevat. Het inwerken van voldoende
bladgrond of tuincompost is dus groeivoorwaarde nummer één.
Weliswaar moet er voldoende vocht aanwezig zijn, maar het is echter
belangrijk dat de bodem goed doorlatend is, zodat overtollig water
gemakkelijk kan worden afgevoerd.
Toevoegen van meststoffen is meestal niet nodig. Een regelmatige
toevoeging van micro-organismen en bodemschimmels is aanbevolen.
Een pH van 5 tot 6,5 is ideaal. Ga naar 'kies
uw varens' om de ideale varen voor uw tuin te vinden.
2. Wanneer en hoe planten?
Planten die buiten in potten worden gekweekt, kunnen het hele jaar
door worden geplant, zolang het niet vriest. Planten onder glas
gekweekt, worden bij voorkeur geplant in de lente, na de laatste
nachtvorst. Planten met blote wortel worden geplaatst in de vroege
lente of in de herst.
Vooraleer men gaat planten, moet men de grond goed bewerken (zie
boven) en het onkruid mét wortels verwijderen. Men maakt
een gat dat minstens twee maal zo groot is als de kluit van de plant.
Geef voldoende water en druk de plant goed aan.
Geef tijdens het eerste jaar regelmatig water in geval van droogte.
Bij het planten van varens in muurtjes maakt men een gat ter grootte
van een hand. Vul het gat met een goed vochtig substraat. Gedurende
het eerste jaar moet men in geval van droogte regelmatig sproeien.
3. Onderhoud
Varens vragen nauwelijks aandacht. Ze worden zelden aangetast door
ziekten of insecten.
In de winter:
In de natuur krijgen ze in de winter een bladdek. Ook in de tuin
zorgen we daarvoor door de verdorde bladeren niet af te snijden
en de gevallen bladeren op de grond te laten liggen.
Soms moet men extra bladeren toevoegen; dit om uitdroging van de
grond door vorst en oostenwind te voorkomen, de plant extra te beschermen
en te voorzien van voldoende humus voor het volgende groeiseizoen.
In de lente:
Afsnijden van de verdorde bladeren gebeurt slechts in het voorjaar
als de jonge bladeren ontrollen. Men wacht tot na de laatste nachtvorst
en het ontwikkelen van de nieuwe bladeren om de beschadigde en verwelkte
bladeren van wintergroene varens af te knippen.
In de zomer:
In de zomer zorgt men voor voldoende vocht in de droogteperioden,
vooral voor de jonge planten.
Wintergroene varens verdragen beter droogte dan bladverliezende
soorten en geven de voorkeur aan een plek in de volle schaduw. Omwille
van hun half- tot wintergroen blad zijn ze niet weg te denken uit
onze bos-, stads- of landschapstuin. Geef ze een plaats waar ze
kunnen groeien zonder dat ze aan veel wind worden blootgesteld.
Veel wind is voor varens uit den boze!
|